Tholen – Hij steekt zijn hand omhoog tot net boven zijn hoofd: “Twee meter poothoogte was vroeger al hoog, maar tegenwoordig is zes meter al gewoon.”
Piet Rensen loopt volgend jaar dertig jaar mee bij Peter Dekker Installaties en viert op 18 juli zijn verjaardag. 65 kaarsjes mag hij dan uitblazen. De pensioenleeftijd komt daarmee dichtbij, al vindt Piet werken nog veel te mooi. “Ik ben een stukje van dit familiebedrijf geworden en had het niet willen missen. Ik hoop daarom ook zo lang mogelijk rond te (mogen) blijven lopen, al wil ik zeker niet in de weg gaan lopen.”
Nooit ‘nee’ gezegd
Dat rondlopen doet Piet tegenwoordig als organisator van de service- en planningsafdeling op kantoor in Naaldwijk, waar hij zijn twee opvolgers inmiddels de fijne kneepjes van het vak probeert mee te geven. Beide jonge mannen hebben wel eens moeite met zijn ‘vele gepraat’ en soms misschien wat directe manier van communiceren, maar tegelijkertijd kunnen zij ook nog veel leren van het flexibel omgaan met plotseling wisselende omstandigheden.
“In mijn ogen zegt de huidige generatie weleens te snel ‘nee’ als de planning al klaar is en er dan nog opeens iets anders moet gebeuren. Wij zeiden nooit ‘nee’. Als Peter Dekker senior mij in het weekend belde om ‘even naar München’ te gaan voor een storing, dan gingen we direct. Voor het thuisfront niet altijd leuk…, maar dat deed je gewoon.”
Werken met wondroos
Tot dat inzicht komt Piet inmiddels steeds meer nu hij langzaamaan ook in is gaan zien dat hij het ‘wat rustiger aan’ moet gaan doen. “Ik ben hier zeker nog niet klaar, al ben ik stukje bij beetje wel minder gaan werken. Dit jaar nog vier dagen per week en volgend jaar krijg ik twee vrije dagen per week en ben ik nog drie dagen ‘op de zaak’. En als ik officieel met pensioen mag, over precies 16 maanden, toevallig net zo lang als mijn diensttijd, hoop ik nog wel twee dagen te kunnen blijven komen.”
Ziek is Piet in al die jaren, waarin hij begon als onderaannemer, monteur werd, later uitvoerder was en nu dus organisator op kantoor, nauwelijks geweest. “Ik heb weleens wondroos gehad, maar met een lap op m’n been ben ik toen toch ‘gewoon’ aan het werk gegaan. Als ik tien dagen ziek ben geweest in die dertig jaar, dan is het veel, denk ik.”
10 bij 6
Het begon allemaal bij PDI voor Piet toen hij samen met Peter Dekker senior en Piet van Heuveln een schuurtje van 10 m bij 6 m betrok in De Lier. “Daar knutselden we wat en legden we scherminstallaties aan in echt nog kleine kasjes. Later werden de kassen alsmaar groter, al is ‘mijn grootste kas’ nooit veel groter dan vier hectare geweest. Dat was bij de Gebroeders Voskamp in De Lier, eind jaren negentig. Machines werden toen nog veel minder gebruikt, het was veel meer klimmen en klauteren.”
V.l.n.r.: Perry Rensen (jongste zoon van Piet), Jan Olsthoorn junior, Rob Groeneweg, Niko Hoogeveen, Peter Dekker senior, Piet Rensen en zijn oudste zoon Stephan.
Pistool in de pizzatent
Piets werkterrein als monteur en uitvoerder bleef niet beperkt tot Nederland. Eén keer ging hij met Peter Dekker senior mee naar Brazilië, naar tuinbouwgebied Holambra, eind jaren negentig. “Dat was indrukwekkend om te zien, juist ook hoe de mensen daar leefden. Zo ver weg ben ik verder nooit meer geweest.”
Door de jaren heen kwam hij verder vaak in België, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en zelfs een tijdje in Zuid-Italië. Zulke reizen leverden mooie verhalen op, sterke verhalen ook zoals dat hoort in de tuinbouw. Verhalen om te vertellen aan de koffietafel. “Er was een tijdje dat we in Calabrië, in Zuid-Italië, best wel wat projecten deden.
Overdag was het dan keihard bikkelen in de hitte, maar ’s avonds was er vaak ook tijd voor ontspanning. Zo zaten we daar toen eens met tien man in een pizzatent en waren we wat luidruchtig. Wat wil je, mannen onder elkaar. De kok kon het echter niet zo waarderen en trok op een gegeven moment een pistool van onder zijn schort vandaan. Het liep goed af, maar dat vergeet je niet snel.”
De ‘Wereldcup’
Ook panne met een Deux Chevaux op een helling in Zuid-Duitsland op weg naar een feestje – “hoe we toen teruggekomen zijn, zou ik niet meer weten” – en een omgestoten ‘Wereldcup’ staan Piet nog goed bij. “Die cup, zoals ik het nu gekscherend noem, was eigenlijk een hele dure bloemenvaas die ik op locatie destijds omstootte. De schade, 1500 D-mark meen ik, heb ik netjes terugbetaald, maar de cup, die ging mee naar huis. Helaas weet ik nu alleen niet meer waar de cup is.”
De gebeurtenissen buiten werktijd leverden misschien wel de mooiste verhalen op, maar gewerkt werd er ook. En dan ging er ook weleens iets mis. “Twee keer heb ik een ongelukje gehad met lassen. Eén keer brandde een flink stuk noppenfolie weg bij een teler nadat ik had gelast. In de nog relatief kleine kasjes destijds was dat best wel wat, maar hoewel je natuurlijk niet wilde dat het gebeurde, kon het wel. Nu zou je daar wel eens flinke problemen mee kunnen krijgen, destijds loste je het toch makkelijker op. Ook een brandje, wederom na lassen, in een ketelhuis, liep gelukkig met een sisser af.”
Computers
Toen Piet na de verhuizing naar het nieuwe kantoorpand van PDI aan de Industriestraat in Naaldwijk zo’n twaalf jaar terug binnen kwam te zitten, vreesde hij in het begin wel voor ‘onrust in z’n lijf’. “Tuurlijk, want ik was veel buiten en altijd in de weer. Toch is het mij alleszins meegevallen. Bij het ‘naar binnen gaan’ heb ik veel geleerd van collega René de Koning. Wel ben ik nooit gaan houden van computers. Ik beperk met tot wat moet, maar kan de snelle jonge jongens hier op dit gebied niet zo makkelijk volgen. Maar dat hoeft ook niet zo.”
Om langzaam plaats te maken, is Piets oude werkplek pal naast het magazijn inmiddels vergeven aan een van zijn twee opvolgers. “Voor de uitgifte van bonnen e.d. is het beter dat hij hier nu zit.”
Code 95
Elke vrijdag volgt Piet de jonge mannen of volgen de jonge mannen Piet naar de vaste snackstek in Naaldwijk. In het centrum wordt daar dan een vette hap gegeten. Traditie. Triomfantelijk rekent Piet daar dan contactloos af. “Ja, zie je dat, ik kan het wel, dat moderne”, grinnikt Piet.
Ook heeft hij tegenwoordig een handig appje op zijn telefoon. “Daarmee kan ik onbekende nummers direct doorschakelen naar de zaak om niet altijd meer aan het werk te zijn. Bekende nummers van vaste klanten die mijn nummer nog hebben en die ik in mijn telefoon heb staan, neem ik wel vaak nog op.”
Even bijpraten, met vaste klanten, altijd mooi. Het jaarlijkse bezoekje aan de grote kassen in Middenmeer blijft er om die reden ook in. En wie weet komt men Piet straks ook nog weleens tegen op de vrachtwagen. “Ik heb recent nog mijn Code 95 verlengd. Daarmee kan ik weer vijf jaar vooruit en hoop ik af en toe eens een ritje op onze vrachtwagens mee te rijden, al ben ik niet van plan om chauffeur te worden, hoor”, haast Piet zich te zeggen. “Ik ging het namelijk rustiger aan doen, weet je wel.”
Voor meer informatie:
Peter Dekker Installaties
www.pdinl.com/nl/
Piet Rensen
[email protected]