Tholen - Over zijn belevenissen in de tuinbouw zou Johan de Hoog wel een boek kunnen schrijven. Maar of hij daar ooit aan toekomt, is de vraag. Want hoewel de commercieel manager van Globe Plant zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, denkt hij nog lang niet aan stoppen.
Met pa naar de veiling
De tuinbouw heeft altijd deel uitgemaakt van het leven van Johan. Als nakomertje van een tuindersgezin in het Oostland ging hij vaak met zijn vader mee naar de veiling. Met de boot en een stok, een kilometer of zeven. “Hij was er de hele dag mee zoet”, herinnert Johan zich. Toen hij een jaar of vier was, ging hij zijn vader eens op de step achterna. “Over de tuindersweggetjes kwam ik toch aan bij de veiling, maar het was een hele consternatie, heb ik me laten vertellen. Thuis waren ze alle sloten aan het doorzoeken. Mijn vader, die bij een koper aan het lossen was, moest het hele eind naar de veiling teruglopen om te bellen naar een winkelier in het dorp om te melden dat ik terecht was.”
De kleine Johan bij de kassen van zijn vader. "Plat glas, dat met behulp van houten klosjes werd gelucht. Als het hard ging waaien, kon je klosjes rapen."
Introductie van steenwol
Johan volgde zijn vader niet op als tuinder, maar ging de handel in. Begin jaren ’70 ging hij aan de slag bij plantenkwekerij Groenewegen die als een van de eersten op steenwol kweekte. “We hoorden veel goede berichten uit Zweden over steenwol. Vooral veel komkommertelers zetten als proef de helft van hun kas over op steenwol. Het verschil met de planten die in de grond stonden, was aanzienlijk en het duurde niet lang tot steenwol in de Nederlandse tuinbouw was geïntegreerd.”
Globe Plant
Johan leverde veel komkommerplanten en augurkenplanten in Brabant en Limburg. Eind jaren ’70 ging hij in dienst bij Globe Plant, dat in 1974 was opgericht door vijf plantenkwekers. “Iedere letter stond voor een plantenkweker, die ieder een eigen specialiteit had. Grootscholten had tomaten, van der Lugt had vooral komkommers, Van Oosten had vooral geënte augurken, Van den Bos was gespecialiseerd in voorjaarstomaten en Van den Ende had ook veel tomaten en koolplanten. De plantenkwekers groeiden en vooral in de jaren tachtig deden we goede zaken.” Toen Van den Ende emigreerde en Van Oosten stopte, was Globe geen Globe meer. De naam verdween uit de markt en de plantenkwekerijen splitsten zich weer op. Johan ging bij Van der Lugt aan de slag, waar hij zich bezighield met komkommer, paprika en tomaten. Jaren later haalde plantenkwekerij Grootscholten de naam Globe Plant weer uit de kast - want dit was zo`n mooie naam en internationaal aantrekkelijker - en zo komt het dat Johan in de laatste jaren van zijn carrière werkzaam is voor dezelfde werkgever als waar hij ooit begon.
De impact van dikke wortels
Inmiddels heeft Johan de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar aan stoppen denkt hij nog niet. Wel is dit een mooi moment om terug te kijken op zijn werkzame leven. “Op een jaar na ben ik al die jaren met plezier naar mijn werk gegaan”, blikt hij terug. “De handel en de contacten die je opdoet, vind ik fantastisch.” Dat ene jaar dat hij er minder plezier in had, was in jaren ’90, toen de plantenkwekerijen werden getroffen door de dikke wortel ziekte, een ziekte veroorzaakt door een bacterie. Hierbij maakt de plant veel dikke wortels aan, ten koste van de haarwortels die nodig zijn om voedingsstoffen op te nemen. Vooral Van der Lugt werd zwaar getroffen. “Ons hele bedrijf moest leeg, we hebben in drie maanden alles ontsmet en moesten opnieuw beginnen. Ook bij veel klanten vielen de planten weg, het was echt verschrikkelijk.”
Het leverde Johan veel stress op en hij werkte met zijn collega’s dag en nacht om de boel overeind te houden. “Toen alles weer op de rails was, ging het met mij niet goed. Ik was helemaal op en heb er nu nog gezondheidsproblemen door. Maar ja, je gaat door op zo’n moment. De sector heeft door de jaren heen meer ziektes en plagen moeten doorstaan. Pythium in de komkommers, clavibacter in de tomaten en nu ToBRFV in tomaten en paprika’s. Voor een plantenkweker of tuinder is het verschrikkelijk als dat je overkomt, zeker nu de belangen, ten opzichte van vroeger, zo groot zijn. Je kunt niets meer voor je product krijgen en alles valt weg.”
De sector herpakt zich, steeds weer
Toch slaat de Nederlandse tuinbouwsector zich er altijd weer doorheen. “Er is geen land waar de tuinbouw zo stevig staat als Nederland. De sector is groot geworden door kennis te delen en samen te werken in moeilijke tijden. Bij een storm rapen we samen het glas, dat is typerend voor de mentaliteit van de Nederlandse tuinbouw.” Als voorbeeld noemt Johan de bijna-watersnoodramp van 1995. De dijken dreigden het te begeven en inwoners, en ook tuinders, in het Rivierenland en de Betuwe moesten halsoverkop evacueren. “Het werk in die kassen kwam stil te liggen, maar zodra ze weer terug mochten, belde ik een aantal paprikatelers op om een van de getroffen tuinders, die een klant van me was, te gaan helpen om de paprikaplanten in te gaan draaien."
Op dezelfde manier trommelde Johan ook eens een heleboel jongens, vooral jongens die bij tuinders werkten, van de voetbalclub op om een verwaarloosde komkommerkas op te knappen. “De teler had te veel kassen en kon het werk niet aan. De komkommerplanten waren soms al een meter lang en lagen kriskras door de kas. De teler wilde de hele kas omfrezen, maar dat vond ik zonde. Op een avond hebben we tot in de late uurtjes alle planten aan de draad gezet. Het was een hoop werk, maar de tuinder was ontzettend blij.”
Ratjes in Engeland
In de loop der jaren werden Johans contacten steeds internationaler. Hij verkocht planten in Duitsland, België, Finland, Griekenland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Over die laatste schiet hem een voorval te binnen uit 1994. "Vlak onder Londen hadden we een paar klanten. Het waren niet de beste telers en als het om handel, gaat waren het een beetje ‘ratjes’. Ik werd gebeld dat de planten die we hadden geleverd niet goed waren. Ze eisten korting. Ik had die planten de vrachtwagen in zien gaan en het zag er prima uit. We werden het niet eens en ik was erg nijdig. Ik zei: ik ga er gewoon naartoe. De Kanaaltunnel was net geopend, dus binnen de kortste keren stond ik bij ze op de stoep. Ik heb zelden iemand zo verbaasd zien kijken en ik hoefde bijna de tuin niet meer in. Dat vergeet ik nooit meer.”
Beursavonturen
Door zijn commerciële functies waren beurzen voor Johan vaste prik. 45 jaar aan beurzen levert veel herinneringen op, die Johan koestert. In 1976 had Johan met de NTV in Bleiswijk zijn eerste beurs. Daarna volgden beurzen in de RAI, de relatiedagen in Rijswijk, gevolgd door de Tuinbouwrelatiedagen, die we nu kennen als HortiContact. “Mijn generatie weet dat de beurzen in Bleiswijk het leukst waren. Het waren pittige dagen, van 9.00 tot 22.00 uur stond je in je stand en op zaterdag tot een uur of drie. Toch was het altijd feest en was het om 22.00 uur echt nog niet afgelopen. De stands van kassenbouwers leken soms meer op kroegen dan op stands en de sla die de zaadleveranciers hadden meegebracht, kregen echt niet alleen water. Op zaterdag kwamen de particulieren, die aan het einde van de dag de producten mee mochten nemen. Ook de sla. Wij stonden erbij en keken ernaar”, lacht Johan.
Natuurlijk kent Johan nog veel meer beursgeheimen, bijvoorbeeld over de niet nader te noemen plantenkweker die er plezier in had stropdassen af te knippen als de beurs was gesloten. Wie die verhalen wil horen, doet er goed aan Johan eens aan te spreken op een beurs. Of te hopen dat hij toch eens dat boek gaat schrijven.
Voor meer informatie:
Globe Plant
www.globeplant.nl
[email protected]
Johan de Hoog
06- 52 78 81 82
0181-40 90 90
Dit was deel 14 in de serie 'Andere Tuinbouwtijden'. Een serie waarin diverse 'oude rotten in het vak' terugblikken en vooruitkijken. En waarin wij onderzoeken wat hun werk heeft betekend voor de tuinbouwsector van nu. Tips voor de serie zijn van harte welkom en kunnen gemaild worden naar: [email protected]
Deel 1: Piet Bom - Fiberglass kassen de opvolger van aluminium?
Deel 2: Henry van der Lans - We sliepen in hetzelfde hotelletje...
Deel 3: Rob Grootscholten - 42 jaar kassenbouw in een notendop
Deel 4: Peter Stuyt - Als Hollandse Amerikaan combineer ik..
Deel 5: Leo Alsemgeest - Stap voor stap een stapje terug
Deel 6: Harry Dullemans - Je moet nooit zeggen dat je er niet bent...
Deel 7: Kees de Groot - We moeten iets anders maken dan een...
Deel 8: Leo Alleblas - De drang naar avontuur zit in ons bloed
Deel 9: Carel Zwinkels - Een tuinder moet zich blijven ontwikkelen ...
Deel 10: Willem van Dorssen - Willem, pas je op met je lakschoen ...
Deel 11: Cees en Leo van der Lans - Als je alles zelf wilt doen ...
Deel 12: Marten Barel - De ontwikkeling die de tuinbouw heeft...
Deel 13: Hans Zeeman - Dankbaar dat onze familienaam nog...