Als je de kranten leest, zou je denken dat vertical farming ofwel de perfecte oplossing is voor de armoede in de wereld of een compleet mislukt teeltsysteem is.
Zoals met zoveel dingen is de waarheid niet zo extreem. Dit wordt bevestigd door Michele Butturini, onderzoeker aan Wageningen University & Research (WUR). Hij schreef samen met Leo Marcelis het hoofdstuk “Vertical farming in Europe: present status and outlook” in het nieuwe boek Plant Factory van Kozai.
“We zijn ervan overtuigd dat vertical farmingbedrijven zich moeten richten op de hogere marktsegmenten en dat de producten in de markt moeten worden gezet als premium producten. En dit is waarom: ze hebben de kleinste voetafdruk voor water, weinig distributie-afstanden, een langere houdbaarheid, efficiënter gebruik van land, het zijn versere producten en de mogelijkheden voor voedselveiligheid zijn groot.”
Focus op de mensen
Er is al veel gezegd over het kiezen van het juiste businessmodel en de juiste technologie. Daarom richten Leo en Michele zich graag op het menselijke aspect, namelijk: de mensen buiten het bedrijf (klanten, publieke opinie) en de mensen binnen het bedrijf (medewerkers).
“Vertical farming is zo nieuw dat het best nog een onbekende markt is (behalve in Japan en een aantal andere Aziatische landen),” zegt Michele. “Daarnaast is het een sector die intens veel gebruik maakt van technologie. Het ‘mysterie-element’ vanwege het nieuwe, in combinatie met die technologie kan zorgen voor veel enthousiasme, maar ook terughoudendheid en verwarring.”
Niet alle consumenten willen misschien producten die ergens anders zijn geteeld dan in het veld of in de grond, uiteindelijk is het een persoonlijke keuze. “Maar het is belangrijk dat er een open en eerlijk debat wordt gevoerd over de voor- en nadelen van vertical farming. We zijn ervan overtuigd dat een succesvolle vertical farm de verbinding kan leggen met hun klanten en vertrouwen kan opbouwen met hen. Bedrijven zouden klanten erbij moeten betrekken door hen te informeren over de voor- en nadelen, bijvoorbeeld dat vertical farms nog niet volledig duurzaam zijn, omdat ze intensief gebruik maken van elektriciteit.”
En hoe zit het met de mensen in het bedrijf? “De verschillende teeltaspecten van vertical farming zijn behoorlijk complex en er worden vaak fouten gemaakt,” zegt Michele. “Bedrijven moeten niet vergeten naar hun medewerkers te luisteren, diegenen die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse uitvoeringen en verbeteringen, zodat ze op een goede wijze kunnen telen.”
Sky High
Alhoewel het belangrijk is om te communiceren over de voordelen van vertical farming, begint het uiteindelijk allemaal met de teelt zelf natuurlijk. Daarom wordt er in het onderzoeksprogramma Sky High, geleid door professor Leo Marcelis van de WUR, onderzocht wat de optimale omgeving is voor de planten om wortel te schieten. Het doel is om de teelt te verbeteren en het gebruik van energie bij de plantproductie efficiënter te maken voor vertical farms.
Naast het optimaliseren van de teelt zullen ze gedetailleerd onderzoeken hoe de teeltomstandigheden kunnen worden ingezet om de productkwaliteit substantieel te verbeteren (smaak, geur, uiterlijk, houdbaarheid, voedingswaarde, veiligheid). Een studie naar genetische regulatie valt hier ook onder. Verder wordt de klimaatbeheersing geoptimaliseerd en worden er algoritmes ontwikkeld om het ontwerp van vertical farms te optimaliseren.
Sky High kreeg een beurs van €5 miljoen tijdens het NWO-congres. Sander van Delden vertegenwoordigt hier Leo en de academische groep Tuinbouw en Productfysiologie van de WUR.
Michele is ook betrokken bij de 2e editie van de Urban Greenhouse Challenge. Hij ondersteunt Rio Pals en Marta Eggers tijdens de eerste fase van de voorbereidingen en adviseert hen over vertical farming. Ze probeert hun vragen te beantwoorden en helpt ze de uitdaging te presenteren aan mogelijke partners. “Ik moest een keer de uitdaging presenteren aan het senior management van de Chinese Northwest A&F University, dat was echt heel leuk,” zegt hij.
Verticale toekomst
Michele en Leo geloven dat er in het begin slechts een beperkt aantal gewassen economisch rendabel zullen zijn en dat er langzaam aan meer gewassen zullen volgen.
“Er zullen veel vertical farms van start gaan,” zeggen ze. “Dit zullen zowel gevestigde bedrijven zijn als kleine start-ups, op grote en kleine schaal. Ondanks het feit dat een aantal daarvan in de komende jaren weer zullen verdwijnen, zal de sector als geheel in de komende jaren wereldwijd uitbreiden. Omdat het een nieuw productiesysteem is, zullen er nog veel mogelijkheden zijn om de systemen te verbeteren en dat is wat er zal gebeuren.”
Zie voor meer informatie over het Sky High-project de website van het NWO. Leo en Michele hebben ook een hoofdstuk geschreven voor de tweede editie van het boek Plant Factory.