Tholen - Er kan eindelijk tegemoet worden gekomen aan de vraag naar volledig biologische voeding. Na drie succesvolle jaren van testen brengt Van der Knaap Groep hun biologische voedingsoplossing op de markt. Het biedt de telers van het USDA – National Organic Program in de Verenigde Staten en Canada productiehoeveelheden die gelijk zijn aan die van traditionele teeltmethodes. De biologische voeding wordt geproduceerd in een bioreactor en toegediend via druppelaars. Ron van der Knaap: “De Canadese en Nederlandse telers waren snel overtuigd van de resultaten.”
Proeven met tomaten in ‘de Kas’: geteeld in de grond met irrigatiewater uit de reactor.
Restproduct
De biologische voedingsoplossing wordt gemaakt door overgebleven eiwitten uit andere sectoren in een bioreactor om te zetten in een vloeibare organische voedingsoplossing. Na scheiding van de bacteriën kan de voedingsoplossing door middel van druppelaars worden toegediend. Volgens Karel de Bruijn van Van der Knaap Groep hebben ze eerst geprobeerd om in het substraat eiwitten om te zetten in nitraatstikstof. Maar dat werkte niet. “Daarom kwamen we met het idee van de bioreactor,” zegt Karel. “In een bioreactor zetten we overgebleven eiwitten en aminozuren om in direct opneembare mineralen door specifieke bacteriën te gebruiken.”
Proeven met komkommers in ‘de Kas’: kokossubstraat en biologische voeding. Lichte schade aan de bladeren vanwege hoge temperaturen.
Het lukte om de eiwitten om te zetten in biologische voeding, maar ze liepen tegen een ander probleem aan. “In 2016 bereikten we het punt waarop het systeem voor 90% werkte, maar er nog steeds organisch materiaal in de voedingsoplossing aanwezig was” zegt Ron van der Knaap. “Hierdoor raakten de druppelaars verstopt en ontstonden er ophopingen in het substraat. Voor de laatste stap hebben we daarom samengewerkt met een partner in Ede om het irrigatiewater te filteren.”
Testen met tomaten in ‘de Kas’: kokossubstraat en biologische voeding. De smaak is ontzettend goed. We hebben dezelfde tomatenvariëteit (Axiana) vergeleken met teelt in de vollegrond en in substraat.
Amerika
De biologische voeding is nu bruikbaar in teeltsystemen los van de ondergrond, wat goed nieuws is voor biologische telers in Canada en de VS. De Europese regelgeving is echter afwijkend en staat niet toe dat los van de ondergrond biologisch wordt geteeld. “Met deze biologische voeding kunnen we wel biologisch telen,” zegt Ron. “Mensen stellen dat dit niet biologisch is, maar dat is alleen omdat de regels stellen dat het niet zo is. Je mag biologisch telen los van de ondergrond, maar je product kan niet worden aangemerkt als biologisch in Europa, vanwege de regelgeving.”
“Hier in Europa is de biologische teelt verbonden aan teelt in de grond, maar als je naar de toekomst kijkt en zaken als duurzaamheid en een circulair bedrijfsmodel in ogenschouw neemt, dan gaat dit waarschijnlijk veranderen. Als je in de vollegrond teelt, is er altijd emissie van water en voeding naar de ondergrond. Als je in substraat teelt, vang je alles op en kun je het hergebruiken. Daarbij concurreert de substraatteelt met de traditionele teeltmethodes.”
Recent is een proef gestart met paprika’s in ‘de Kas’.
In Noord-Amerika, en dan specifiek in Canada, mag je biologisch telen in substraat, op voorwaarde dat je voldoet aan een minimum aantal liters substraat per m². “Eigenlijk probeerden bedrijven al op deze manier biologisch te telen, maar ze liepen tegen dezelfde problemen aan als bij de teelt in de grond,” zegt Ron. “De producten zagen er niet goed uit, omdat de organische voeding niet vooraf gemineraliseerd werd, met als gevolg tekorten en bacterieverslijming in het substraat.”
“Met deze nieuwe biologische voeding zien de producten die ze hebben geteeld er goed uit en smaken ze ongelooflijk lekker. “We zijn erg trots,” zegt Ron. “Vooral als we door de kas lopen en geen merkbaar verschil zien in de kwaliteit tussen de biologisch bemeste planten en de mineraal bemeste planten.”
Na het scheiden ziet het irrigatiewater er zo uit. De druppelaars verstoppen niet meer.
Smaak
Er is niet alleen geen zichtbaar verschil tussen de producten, maar Karel en Ron zeggen dat het product zelfs beter smaakt. “We zijn bezig met onderzoek naar de verschillen in smaak,” zegt Karel. “Met traditionele kunstmest heb je zes macro- en zes micronutriënten, maar met de biologische voeding is het spectrum aan micronutriënten veel groter. Al deze micronutriënten zorgen voor verschillende processen in het gewas waardoor er verschil ontstaat in de gehaltes vitamines, antioxidanten en caroteen. Voor dit onderzoek hebben we gekeken naar de nutriënten en de bestanddelen van de biologisch en niet-biologisch geteelde producten. We zagen dat de biologisch geteelde producten met biologische voeding hogere concentraties bevatten die zorgen voor een betere smaak.”
Een ander merk
Omdat de teelt los van de ondergrond met de biologische voeding in Europa niet als biologisch mag worden aangemerkt, onderzoekt Van der Knaap de mogelijkheden voor een ander label. “We zijn in gesprek met mensen om het onder een ander label in de markt te zetten,” zegt Ron. “Op die manier kunnen deze producten dan worden verkocht onder een ander merk en kan er ruimte voor komen in de supermarkt. Deze producten smaken beter, ze zijn gezonder en duurzamer dan de typische biologische voedselproducten. We geloven dat er een markt is voor dit type producten en totdat we het in Europa als biologisch mogen aanmerken, zouden we graag zien dat het wordt verkocht onder een ander label.”
Karel de Bruijn toont het wortelstelsel van de sla uit de proef ‘sla op water’.
Teelt in de vollegrond
Van der Knaap is ervan overtuigd dat de biologische voeding ook gebruikt kan worden in de huidige bioteelten in de grond. Voordat dat kan gebeuren, moet het product nog worden goedgekeurd voor deze toepassing. Hiervoor is een Skal-certificaat nodig. “We werken hard aan de Skal-certificering voor de voeding en we zijn daar bijna mee klaar,” zegt Ron. “Wanneer dat is gebeurd, kunnen we de bioreactoren gaan plaatsen bij biologische telers in Europa die in de vollegrond telen. Zij hebben ook problemen met de hoeveelheid stikstof in de grond en daar zou dit ook een oplossing voor zijn. Meestal produceren deze telers 50-60% van de hoeveelheid die een traditionele teler produceert, maar met deze voeding kan dit verhoogd worden naar 80-90%.”
Hoe het begon
Negen jaar geleden ontmoetten Ron en Karel Pura Natura, die biologisch wilden telen los van de ondergrond. “We hebben veel verschillende dingen geprobeerd,” zegt Ron. “We hebben geprobeerd een substraat te creëren waarmee we de teeltperiode konden verlengen, maar de organische voeding in het substraat kwam ongecontroleerd vrij, waardoor er zowel overmaat als tekorten ontstonden op bepaalde fasen in de teelt.”
In de periode dat ze hieraan werkten, waren de regels omtrent biologisch telen onderwerp van gesprek in Europa. Ze hadden goede hoop dat deze zouden worden aangepast. “Tot op de dag van vandaag is de regelgeving niet aangepast, maar we werden er zo door geïnspireerd dat we een biologisch systeem wilden bedenken dat vergelijkbaar is met het systeem dat voor de traditionele teelt wordt gebruikt. Maar met dit idee loop je tegen een groot probleem aan, namelijk stikstof. En voor dat probleem hebben we een oplossing gevonden met onze bioreactor.
Proeven in ‘de Kas’: orchidee.
Van der Knaap heeft zeven jaar aan het product gewerkt in een proefondervindelijk proces. “We hebben veel informatie verzameld en processen samengesteld,” zegt Karel. “Door continu de doelen bij stellen zijn we het hele proces doorgelopen. Door te leren van de gemaakte fouten en daar passende oplossingen voor te bedenken, zijn we in staat geweest om dit succesvol te maken.”
De laatste stap was de techniek om het schaalbaar te maken. De oplossing hiervoor kwam in de vorm van een bedrijf in Ede. “We ontmoetten mensen bij een bedrijf in Ede dat werkt met het zuiveren van water,” zegt Ron. “Zij waren de sleutel om het project van 90% naar 100% te tillen. We zijn met hen en alle informatie die we hadden verzameld een bedrijf gestart en hebben het product afgemaakt. In de afgelopen twee jaar hebben we verschillende groentes, zacht fruit en sla geteeld, op de manier zoals je normaal zou doen, maar dan met biologische voeding die wordt gemaakt van resteiwitten uit andere industrieën.”
Karel: “Een goed uitgerust laboratorium is een must om dit soort producten te kunnen ontwikkelen.”
Natrium verwijderen
Iets anders wat Ron en Karel hebben onderzocht, is het verwijderen van natrium. “In de tuinbouw werk je met biologische materialen, die allemaal elektrolytische processen hebben,” zegt Karel. “De elektrolyten die voor deze processen worden gebruikt zijn meestal natrium. Dus als je werkt met biologische materialen heb je altijd een bron van natrium. Je ziet daarom toename in natriumwaardes.”
Karel vervolgt: “Dit betekent dat het drainwater eerder moet worden geloosd om de waardes te laten dalen. We hebben daar een oplossing voor bedacht die we op dit moment aan het testen zijn. Een natriumverwijderaar, die we Natrex hebben genoemd. Natrex laat ons al het afvalwater hergebruiken door een deel van de natrium te verwijderen. Het percentage afval van het behandelde water is met 2,5% zeer veel belovend.”
Natrex filtert specifiek alleen het natrium. “De machine houdt de overige kostbare nutriënten in het systeem,” zegt Karel. “Vanaf 2026 mag je als teler geen drainwater meer lozen. De belangrijkste reden voor het lozen is natrium, dus Natrex is een geweldige oplossing.”
“In de toekomst wil Van der Knaap graag een volledig pakket kunnen bieden aan de teler. We willen substraat leveren, onze bioreactor om biologische voeding te maken en ook onze natriumverwijderaar Natrex. Op deze manier kunnen telers volledig verzorgd biologisch aan de slag.”
Voor meer informatie:
Van der Knaap
Karel de Bruijn
Ron van der Knaap
+31 174 296606
[email protected]
www.vanderknaap.info