Tholen – Is ie een beetje lekker harig? Het was zomaar een van de vragen die gistermiddag werd gesteld tijdens een middagje praten over Provine, het vorig jaar officieel geïntroduceerde trostomatenras uit de koker van Nunhems* dat het gat in vruchtgewicht tussen grof tros en tros middel moet gaan vullen. In een interactieve setting onder leiding van een trio ervaringsdeskundigen werd een teeltplan voor het ras besproken, waarna met een VR-bril een blik in de kas en op het gewas kon worden geworpen.
VR-bril
Het rondje door de kas met een VR-bril op leverde kolderieke taferelen op, maar ook een voorzet om de techniek nog beter toepasbaar te maken voor deze glastuinbouwtoepassing
Een speciale ervaring, zo’n VR-bril op je neus, die kan voelen ‘alsof je al een bacootje of zes op hebt’, zoals de eerste teler/proefpersoon het kort maar krachtig omschreef. Toch is er een dikke kans dat die ‘baco-ervaring’, waaraan de gebruiker van de bril overigens snel zal wennen, in de toekomst een vast onderdeel gaat worden van het ‘telerzijn’. Het is namelijk een goede manier om een blik in de kas te werpen, zonder dat een collegateler of een teeltadviseur nog mee de kas in hoeft. Dat laatste is namelijk allang niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger met het steeds verder toenemen van de virus-en plaagdruk.
Wat is ‘vroeg’ zaaien?
Gelukkig blijft het nog altijd wel mogelijk om met collega’s om tafel te gaan zitten en tips en adviezen te delen. Dit alles gistermiddag onder leiding van Jan Hanemaaijer van BASF Vegetable Seeds, Bart de Bakker van tomatenteeltbedrijf De Bakker Westland dat dit jaar op zes hectare in commerciële productie ervaring opdeed met het nieuwe ras dat in totaal in Nederland op tien hectare staat en teeltadviseur Erik de Winter van Wingrow. Met een aantal prikkelende stellingen werden de aanwezigen uitgedaagd om hun ervaring en mening te geven en dat lukte al goed.
Bart de Bakker, Jan Hanemaaijer en Erik de Winter
Provine, zo bleek al uit proeven en inmiddels ook uit de praktijk, is vroeg in productie. Maar is het ras daarmee enkel geschikt om vroeg te zaaien en daarna ook vroeg te planten? “Tja”, zo klonk al snel uit de zaal, “wat is vroeg zaaien?” De discussie was op gang. Bij De Bakker werd op 12 oktober gezaaid en eind november werden de getopte en geënte planten geplant. Nog voor de Kerst, al op 20 en 21 december, begonnen de eerste bloemetjes te komen. “En in week 11 oogsten we de eerste trossen”, zo vertelde Bart. “Zorg dat je niet te hoge etmalen draait en de bloemen en zetting goed in de gaten houdt. Niet té generatief sturen vooral, want Provine is uit zichzelf al behoorlijk generatief.”
Wel of geen AC-folie?
Daarmee kwam de zaal over AC-folie te spreken. Ja of nee? Bij De Bakker is het antwoord ‘nee’, ook komend jaar als er wel iets later wordt gezaaid en geplant. Erik is voorstander van folie in het begin van de teelt, ook al maken de lage gasprijzen extra stoken aantrekkelijk en de investering in folie daarmee misschien minder voor de hand liggend. “Met folie bereik je makkelijker een hogere etmaaltemperatuur en dat is gunstig voor de bloemkwaliteit”, aldus Erik. “Zonder folie loop je het risico dat de plant bij momenten toch iets te koud staat.” Een opmerking die uit de zaal werd aangevuld door te stellen dat bij die hogere etmaaltemperatuur er wel genoeg licht moet zijn.
6-jes tot ver in de herfst
Maar, om op de stelling terug te komen: later zaaien, kan dat? “Ja”, is Erik van mening, “maar dan is mijn advies wel om een graadje erbij te stoken, waarbij er wel moet worden opgelet dat het gewas niet té vegetatief wordt.” En, zo wilden de telers weten, is langer doorgaan dan ook mogelijk? “Ja”, gaf Jan aan, “dat kan zeker. Alles draait om de manier van telen, van sturen, maar het ras is niet gevoelig voor Botrytis, heeft het complete pakket aan beschikbare resistenties en is ook niet gevoelig voor gele stengels. Verderop in het seizoen kun je dus prima 6-jes blijven oogsten, mits je als standaard actie aan het einde van de zomer een tros eruit haalt om het eind van het jaar goed te halen.” Overigens sowieso een tip, ook van Bart, want bij De Bakker werd voor de langste dag tijdelijk op 5 gesnoeid, om vervolgens na half juli weer op 6 door te gaan tot ver in de herfst.
Niet te dicht, niet te open
Een ander aandachtspunt is de stengeldichtheid. Door de bank genomen is het advies in het teeltplan van Nunhems om te sturen naar een stengeldichtheid aan het eind van de teelt van maximaal 3,6 stengels per vierkante meter en misschien zelfs iets minder. “Daarmee is het gewas niet te dicht, met als gevolg toenemende kans op kniktrossen en iets langwerpige vruchten, maar ook niet te open, waardoor het gewas te vegetatief kan worden”, vertelde Erik.
Alle hierboven genoemde punten in acht genomen, en dan zijn nog genoeg punten niet besproken (klop daarvoor zeker bij de teeltspecialisten van BASF Vegetable Seeds aan), is Provine dan een makkelijk te telen ras? “Ja”, was het antwoord van Erik, “mits de teler zich aan de gebruikelijke spelregels houdt. Niet te dicht planten en dan lekker kilo’s halen uit de 6-jes met een goed vruchtgewicht rond de 140 gram.”
Een kistje Provine
140 gram: grof of middel?
140 gram dus, maar wat als het vruchtgewicht iets hoger uitvalt, wat zet een teler dan op het kaartje dat de (Duitse) retailer van hem vraagt? Hoe zet de teler zijn product in de markt, of, bijvoorbeeld in België met de segmentatieregels daar, hoe móét hij om binnen de regels te blijven, het product in de markt zetten? “Gewoon kijken wat de prijs doet”, grapte een van de telers. Maar serieuzer: “In de praktijk is het eerder grof dan middel.”
Flinke groeier, geen ‘vreter’
Voordat de VR-brillen met de 360 graden video van het Provinegewas, ontwikkeld ism Recreate op mochten, was het nog tijd voor een tweetal stellingen. De ene ging over voeding en watergift, waarbij geconcludeerd werd dat Provine niet echt ‘een vreter’ was en dat het aanhouden van een laag stikstofschema aanbeveling verdient omdat het gewas anders snel te vegetatief zou kunnen worden.
Bovendien moet de plant niet té hard groeien, waarmee een laatste punt kon worden aangestipt. Is het ras geschikt voor lagere, oudere kassen? Bij de Bakker is 3 m 30 net aan, maar 3 m 50 draadhoogte is ideaal, zo werd ‘ter verdediging van Provine’ door een teler opgemerkt. Dus kassenbouwers, opgelet: Provine vraagt om een hoge kas, omdat het een flinke groeier is, zowel in centimeters (gemiddeld zo’n 24 per week), als in hectares.
Tenminste, dat is de verwachting van BASF Vegetable Seeds voor volgend jaar. “Bovenop de huidige tien hectare in Nederland komt er zeker nog wat bij, terwijl er ook in Frankrijk, Scandinavië, Australië en Nieuw-Zeeland al volop Provine wordt geteeld”, gaf Jan de aanwezigen nog mee alvorens zij bij gastheer Tomatoworld met een hapje van de Big Green Egg en een drankje konden napraten over datgene wat besproken was en hun VR-brilervaringen.
Vanaf week 1 2020 is bij BASF Vegetable Seeds in ’s-Gravenzande de 20 h belichtingsproef met Provine én Adorion op afspraak te bezoeken
Voor meer informatie:
BASF Vegetable Seeds
www.nunhems.nl
Jan Hanemaaijer, Sales Specialist Tomaat Nederland
+31 6 28608990
[email protected]
Erwin de Kok, Sales Specialist Tomaat Nederland
+31 6 144 27 646
[email protected]
Celine De Baere, Sales Specialist Tomaat België
+32 474 94 58 41
[email protected]