Tholen - Telers zijn door de jaren heen steeds efficiënter gaan telen met als gevolg alsmaar hogere producties per vierkante meter. Al die extra groenten zijn goed voor het wereldvoedselprobleem en voor de gezondheid. Tenminste, als de consument genoeg groente zou eten. Dat is vaak niet het geval. Reden voor Boy Jacobs, zoon van een komkommerteler, om verder te gaan kijken. Het resultaat: een mix van groenten in een knijpzakje, waarmee telers direct ook een ander probleem aanpakken. De knijpgroente is namelijk gemaakt met reststromen.
14 miljoen komkommers, dat is de jaarproductie van het tuinbouwbedrijf van Chrit Jacobs in het Limburgse Kessel. Het zijn aantallen om ‘u’ tegen te zeggen, maar desondanks ziet Boy dat de inkomsten de afgelopen jaren eerder af- dan toenamen. En dat terwijl telers steeds efficiënter zijn gaan telen en aan alsmaar strengere regels moeten voldoen. “Van alle investeringen die telers doen, zien zij in de prijs die zij voor hun product krijgen (bijna) niets terug. Met ‘alleen’ een komkommer kunnen telers zich niet zomaar meer onderscheiden. Door iets ‘anders’ te doen met een product en daarbij ook samen te werken om tot innovaties te komen, kan dat wel.”
Het complete team van SiTesta’s met Xqueeze.Me in de drie smaken.
Écht gezond
Dat laatste is precies wat Boy met de start-up SiTesta’s – de letterlijke Italiaanse vertaling van zijn achternaam Jacobs – doet. Samen met compagnon Bart Kuijpers ontwikkelde Boy een knijpgroente met de merknaam Xqueeze.Me. De noviteit kreeg tijdens de begin april gehouden Jaarprijs Goede Voeding 2019 een eervolle vermelding van de jury. Bijzonder, want aan de verkiezing deden grote voedingsconcerns zoals Nestlé, Hak en Albert Heijn mee.
De probleemstelling die aan de basis van de innovatie ligt, is het feit dat 85 procent van de Nederlandse bevolking te weinig groenten eet en bovendien te weinig vezels. “Je ziet tegenwoordig overal smoothies opduiken die door mensen geassocieerd worden met ‘gezond’. Dat zijn die smoothies vaak juist niet, omdat er naast heel veel suiker maar bar weinig echt fruit in zit. Fruit dat dikwijls uit Verweggistan geïmporteerd wordt en waar na de nodige bewerkingen slechts concentraten met nog maar weinig voedingsstoffen van over blijven.”
De knijpgroente uit de koker van SiTesta’s is een gezond alternatief, legt Boy uit. “Wij gebruiken de hele vrucht en daardoor zitten er in onze krijpgroente ook veel meer gezonde vezels. Niet alleen van komkommer trouwens, maar ook van bijvoorbeeld tomaat, paprika en ook prei.”
Geen raketwetenschap
Om al die ingrediënten bij elkaar te krijgen, werd bij regionale telers aangeklopt. “De saamhorigheid hier in de regio is groot, dus binnen de kortste keren kon ik overal wel een paar kilootjes product ophalen om mee te starten.”
Wat volgde was een proces van ruim een jaar waarin er onder meer aan de recepturen werd gewerkt. Inmiddels zijn dat er drie in de smaken ‘spicy’, ‘herby’ en ‘fresh’ en met de kleuren die bij het mengproces horen – kleurstoffen toevoegen is niet aan de orde. “Rood en groen geeft helaas een ietwat bruiner resultaat”, bevestigt Boy. “De andere smaken zijn appeltjesgroen en geelgroen.”
De smaken werden ‘gewoon’ zelf getest in een groepje van zes personen en daarna veelvuldig in de markt onder zo’n 800 consumenten. “Het moet een product voor de ‘gewone Nederlander’ zijn. Als wij het lekker vinden, dan vindt de gemiddelde Nederlander dat volgens ons ook. Daar heb je geen duur testpanel voor nodig.” “Wij richten ons in eerste instantie op millennials, mensen in de leeftijd van 20 tot 35 jaar.”
Het is ook allemaal geen raketwetenschap, meent Boy. “Als iemand het concept wil kopiëren, dan kan dat ongetwijfeld. Mijn visie en het verhaal dat ik wil vertellen laten zich echter niet zomaar reproduceren. Op het gebied van vloeibare groente is er bovendien nauwelijks concurrentie, al zou een kopie van dit concept wel de kers op de taart zijn en laten zien dat deze noviteit een succes is.”
Teler rechtstreeks met consument in contact
Maar voordat het zover is, is het eerst tijd voor de introductie. De hightech campus in Eindhoven kreeg de primeur, toen de laatste puntjes op de i werden gezet, in de kantines te liggen. Vervolgens moet langzaam uitbreiding naar onder meer ‘to go’, kiosken en AGF-speciaalzaken volgen.
De stap naar de retail is nog ver weg én ook niet direct waar Boys voorkeur naar uit gaat. “Voor de retail heb je toch een bepaald volume nodig en dat is nu nog niet haalbaar. We doen nog geen vrachtwagens per week. Bovendien moet het een uniek product blijven en is het gevaar dat het al snel weer ‘bulk’ wordt. Dat moet voorkomen zien te worden.”
Marketing is daarin belangrijk. “Telers zouden zich daar volgens mij best wel meer bezig mee mogen houden. Ook om meer rechtstreeks met de consument in contact te komen. Met dit product kan dat. Nu is het vaak nog iets dat vanuit coöperaties wordt georganiseerd, maar die spreken namens alle aangesloten telers waarmee het verhaal van die ene speciale teler toch al snel weer sneuvelt in het grotere verhaal.”
Als het product aanslaat, dan sluit Boy in de toekomst zelfs niet uit dat alle 14 miljoen komkommers die er in Kessel door zijn vaders bedrijf worden geteeld uiteindelijk in een knijpzakje belanden. “Dat zou heel goed mogelijk kunnen zijn.” Maar eerstvolgend jaar weer meedoen aan de Jaarprijs Goede Voeding. “Een beetje druk zetten op de grote voedingsconcerns als telerszoon kan nooit geen kwaad.”
Dit enigszins aangepaste artikel verscheen eerder in editie 5, 33e jaargang van vakblad AGF Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
SiTesta's
www.sitestas.nl
www.xqueeze.me
Boy Jacobs
[email protected]