De Plantgezondheidsverordening zorgt voor een gelijk speelveld in de EU. Anders dan bij de nu nog geldende Fytorichtlijn is er weinig ruimte voor nationale inkleuring. Als er nog verschillen voorkomen, dan worden die kleiner.
Onderstaande artikel werd eerder gepubliceerd in Buitenstebinnen (12), een halfjaarlijkse uitgave van Naktuinbouw. Het magazine is hier in te zien.
In vergelijking met andere EU-landen is de groene handels-stroom die Nederland in- en uitgaat enorm. “Nederland is de voordeur van Europa. Dat maakt voor ons de urgentie om precies op 14 december 2019 alles ingevuld te hebben heel groot. Er zijn ook landen waarvoor het belang minder groot is. Dat verschil in positie maakt dat we vooroplopen bij de invulling”, vertelt Thorwald Geuze van de NVWA. Andere landen maken daar gebruik van. Nederland is koploper qua registratie van nieuwe bedrijven die plantenpaspoorten afgeven en hoe bedrijven het nieuwe plantenpaspoort kunnen aanbrengen. Andere lidstaten zijn hierover bijgepraat in een tweedaagse workshop op 14 en 15 mei in Nederland. Hoe ver andere landen gevorderd zijn met de invulling, is wisselend. In Duitsland verschilt het zelfs per deelstaat.
Gelijkschakeling
De nieuwe Plantgezondheidsverordening moet ervoor zorgen dat de regels in de hele EU gelijk worden. Toch kunnen er in de uitvoering nog belangrijke verschillen sluipen. Dat is mede de reden dat op 14 mei bij Naktuinbouw een internationale meeting over het plantenpaspoort is gehouden. Doel was afstemming van de nationale invulling en overeenstemming over tal van lastige detailkwesties, zoals: wat te doen met mixbakjes met verschillende soorten planten. Bram de Hoop, NVWA: “Je ziet wel kleine verschillen. Nederland controleert of alle voorgeschreven items op het plantenpaspoort staan en op de goede plek. Frankrijk wil juist een strikt voorgeschreven format voor iedereen.”
Verschillende posities
In de internationale onderhandelingen blijven de verschillende handelsposities van de landen altijd een rol spelen. Nederland heeft belang bij soepele vlotte handel, andere landen hechten meer aan maximale bescherming. “De kans dat de lijst met hoog-risico planten (waarvoor een EU-importverbod geldt) langer wordt, is om die reden groter dan dat hij korter wordt”, waarschuwt De Hoop. “Ook de regels voor aanhangende grond bij import uit derde landen worden steeds strenger. Houd er maar rekening mee dat teelt in de vollegrond in de toekomst wordt verboden. De druk vanuit andere EU-landen wordt steeds groter.” Dit gaat over de teelt buiten de EU. Nederlandse kwekers maken zich minstens zo vaak zorgen over de gevaren vanuit de Unie zelf, zeker als het om Xylella gaat. De Hoop: “Italië is heel actief op dit terrein. Er zijn wel zeventig mobiele controleteams op pad in de hak van Italië. Maar met alleen handhaving ga je zulke problemen niet oplossen. Bij het bedrijfsleven ligt ook een grote verantwoordelijkheid.”
bron: BuitensteBinnen