De sector is op de goede weg als het om de verduurzaming van gewasbescherming gaat, maar er is tegelijkertijd nog een hoop werk te verzetten. Dat laatste blijkt uit een tussenrapportage door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat de voor 2023 gestelde doelen tegen het licht houdt.
Na vijf jaar zou het aantal overschrijding van drinkwater- en milieukwaliteitsnormen met vijftig procent gedaald moeten zijn ten opzichte van 2013. Dat is niet gelukt. Hoewel de waterkwaliteit verbetert en er minder resten van gewasbeschermingsmiddelen op voedsel worden gevonden, zijn volgens het PBL 'cruciale doelen' voor geïntegreerde gewasbescherming, waterkwaliteit, biodiversiteit en arbeidsveiligheid niet gehaald.
Nog meer stimuleren, ook vanwege bijkomende extra kosten
Het PBL noteert dat er er nog meer stimulering nodig is om telers te bewegen duurzamere gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Daarbij denkt het PBL aan het nog beter stimuleren van alternatieven, waaronder door middel van subsidies. De kosten voor telers voor duurzamer telen zijn namelijk licht gestegen én bovendien iets hoger dan in omringende landen. Harmonisatie van het toelatingsbeleid sinds 2010 heeft de verschillen in kosten echter wel kleiner gemaakt. Ten opzichte van de akkerbouw doet de glastuinbouw (en de fruitteelt) het met biologische plaagbestrijding en bijvoorbeeld feromoonverwarring al wel beter dan de collega's.
Medicijnkast én kanttekeningen
Vanuit de glastuinbouwsector wordt er gehamerd op voldoende alternatieve middelen, de alom bekende medicijnkast. In reactie op het rapport benadrukt Glastuinbouw Nederland, net als LTO Nederland, KAVB en NFO, dan ook dat punt. Maar ook wordt er gewezen op het 'tekort schieten' van het rapport. Zo wijst men op cijfers in het rapport die wijzen op een hogere vermindering van het aantal normoverschrijdingen in oppervlaktewater.
Bovendien worden er vraagtekens bij het begrip 'biodiversiteit' gezet, dat volgens de belangenorganisaties lijkt te worden versimpeld tot ingezaaide akkerranden en het gebruik van chemische gewasbescherming. In een mede op initiatief van bovengenoemde partijen opgezet onderzoek moet meer inzicht verkregen worden over de relatie tussen maatregelen en (veronderstelde) effecten.
Gelijk adviesspeelveld door apart verrekenen advieskosten
Waar de doelen wel dichterbij komen, ziet het PBL wel dat de hele productieketen, inclusief de consument, bij een systemische, teelt en gebiedsspecifieke aanpak betrokken is. Wel plaatst het PBL een aantal kanttekeningen.
Het planbureau plaatst bijvoorbeeld vraagtekens bij het advies door aan leveranciers verbonden adviseurs. Worden alle aspecten van geïntegreerde gewasbescherming wel evenwichtig belicht? De kosten van het advies zitten geïntegreerd in de prijs van een middel. Daardoor is er geen gelijk speelveld met onafhankelijke kennisleveranciers. De overheid zou volgens het PBL een rol kunnen spelen bij het creëren van een gelijk speelveld door – net
als in de hypotheeksector – te verplichten dat de kosten voor advies en product apart in rekening worden gebracht.
Lees hier het hele rapport én de reactie van Glastuinbouw Nederland én Nefyto.