Hergebruik van reststromen – zoals mest, afvalwater en afval uit onze voedselketen – en recuperatie van meststoffen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een efficiëntieverbetering van meststoffengebruik. Dat helpt Europa om zich te transformeren in een meer circulaire economie. De onderzoekers van het recent gestarte Noordwest-Europese project ReNu2Farm, met als Vlaamse partners UGent en Inagro, formuleren beleidsaanbevelingen en stippelen acties uit om het gebruik van gerecupereerde meststoffen te verhogen.
Door de stijgende landbouwproductiviteit neemt de impact op het milieu toe. Drie grote strategieën kunnen die impact verkleinen: een kleinere consumptie van vlees, een verbetering van meststoffenefficiëntie door precisielandbouw en een vermindering van afval. Recuperatie en hergebruik van meststoffen zetten in op die laatste twee hefbomen.
Daarnaast beschikken we over veel reststromen. Recuperatie van meststoffen uit die reststromen biedt ons kansen om uitputting van een eindige voorraad aan mineralen te voorkomen (zoals fosfor en kalium, die bovendien geïmporteerd worden). Verder kan recuperatie van meststoffen ons ook helpen om de veel energie eisende productie van kunstmest duurzamer te maken.
Naast kansen ook uitdagingen voor recuperatie van meststoffen
Waar er kansen zijn, zijn er ook uitdagingen. Het is belangrijk om bij gebruik van gerecupereerde meststoffen kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid te garanderen. "We hebben dus onderzoek en ontwikkeling nodig, plus het wettelijke kader om dat alles tot bij de eindgebruiker te brengen", vertellen de onderzoekers. "De uitdagingen zijn globaal, maar de wetgeving omtrent kwaliteitsgarantie, transport, uitwisseling en uitrijden van meststoffen is Europees en regionaal. Bedrijven die willen inzetten op recuperatie van meststoffen als innovatie doen er goed aan te kiezen voor een stap-voor-stap aanpak om zo goed mogelijk met risico’s om te kunnen gaan."
Samengevat stellen onderzoekers van ReNu2Farm dat een verandering van onze landbouw en omgang met meststoffen in een kringloopverhaal complexe gegevens zijn en dat er al van alles aan het bewegen is. Het zal de nodige samenwerking vragen tussen meerdere stakeholders (landbouwers, onderzoekers, producenten, beleidsmakers, adviseurs…) om iedereen mee te krijgen in dit verhaal.
Ambities binnen ReNu2Farm
De verschillende partners van het project toetsen de verwachtingen van landbouwers omtrent kwaliteit, samenstelling, gebruiksgemak… bij recuperatie van meststoffen en leggen die verwachtingen naast de technologische stand van zaken aan producentenzijde. Op die manier kunnen de onderzoekers het geproduceerde en wat de eindgebruiker wil zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. Het hoofddoel van ReNu2Farm is om het gebruik van gerecupereerde meststoffen te verhogen. Om dit te kunnen realiseren, zet het project met steun van Interreg North-West Europe in op verschillende acties. Binnen ReNu2Farm testen de onderzoekers zowel op laboschaal als in veldproeven de invloeden van producten op het milieu en de bodem, net als de gewasopbrengst en meststoffenefficiëntie. Al die stappen beogen een optimaal resultaat voor landbouwers.
Daarnaast zal ReNu2Farm ook juridische knelpunten in wetgeving omtrent bemestingsbeheer en -transport identificeren en beleidsaanbevelingen formuleren. Projectpartner NMI (Nutriënten Management Instituut) geeft aan dat momenteel de nood aan een “einde-afvalstatus” en een “einde-meststatus” het hoogst is. Reststoffen blijven momenteel namelijk afvalstoffen en gerecycleerde meststoffen uit dierlijke mest blijven officieel dierlijke mest. NMI benadrukt dat we reststoffen ook als meststoffen moeten kwalificeren en dat we producten die zich als kunstmest gedragen ook als kunstmest in plaats van dierlijke mest moeten kunnen gebruiken.
Doelstellingen op beleidsvlak
Op het vlak van wetgeving zijn er al veranderingen op til. VCM (Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking) belicht dat er een tweejarige studie (SafeManure) gelanceerd werd in opdracht van de Europese Commissie. Die studie zal de criteria voor veilig gebruik van gerecupereerde meststoffen onderzoeken. Daarna mogen we verwachten dat de resultaten ook omgevormd worden naar concrete regelgevingen.
Bron: Inagro