Smeets kweekt voor de eerste teelt zelf zijn planten op. Naast de kostenbesparing,
die hij daarmee realiseert, kan hij het gewas beter naar zijn hand zetten. Bij de teelt van Proloog wierp dat duidelijk zijn vruchten af. “Rijk Zwaan adviseerde me eigenlijk om pas ná 1 januari te planten, maar ik koos er voor een week eerder te gaan zitten. Dat ging prima, maar wel met de kanttekening dat ik een hoger etmaal moest aanhouden. Zowel tijdens de opkweek als in de eerste weken van de teelt.” In tegenstelling tot wat zijn teeltadviseur verwachtte, bleek het met de vroegere start niet nodig de vruchten in de eerste weken lichter te oogsten. “De 7 stammers waren allemaal 35’ers en 40’ers.”
Semihogedraad
De eigen opkweek is niet het enige waar Smeets zich mee onderscheidt. Hij kiest al jaren voor een soort ‘semihogedraad’-systeem. Na het toppen laat hij 1 rank verder groeien naar een tweede draad, die ongeveer 40 centimeter hoger hangt dan de eerste. Met een haak laat hij het gewas vervolgens zakken, tot de stammers allemaal geoogst zijn. “Hiermee zorg ik voor een betere overgang naar de ranken endaarmee een betere kwaliteit: de 10 ‘semistam’-vruchten hebben dezelfde topkwaliteit.” Ook de enkelbloemigheid van Proloog speelt hier een rol in, denkt Smeets. “Rassen met die eigenschap hebben toch vaak een wat betere kwaliteit. Proloog geeft niet alleen minder klasse II en minder kromme vruchten, maar ook een hele mooie kleur. Niet voor niets heb ik Proloog ook gekozen voor de tweede teelt.”
Naast de sprong in kwaliteit die Smeets met Proloog maakt, heeft het ras nog een aantal extra voordelen. “Door zijn intermediaire resistentie is meeldauw in de hele teelt geen enkel probleem geweest en ook van Mycosphaerella en Botrytis had ik in de eerste teelt minder last dan andere jaren. Waarschijnlijk vooral doordat het gewas zo goed in balans stond. Ten slotte is het gewas behoorlijk open en daarmee
arbeidsvriendelijk: je ziet de vruchten goed hangen.”
Lang gezond
Helaas kwam er aan de prettige teelt een vroegtijdig einde. Als gevolg van de EHEC-crisis oogstte hij 1 juni al de laatste komkommers. Drie weken eerder dan de bedoeling was. “Op dat moment sneden we 7 komkommers in de week. Als we niet eerder waren gestopt, waren we zeker boven de 100 stuks uitgekomen. Dat is op zichzelf nog niet zo uniek, maar wel dat de kwaliteit zo goed blijft!” Pijnlijk genoeg kwam het verschil nog eens extra duidelijk aan het licht tijdens het vroegtijdig ruimen: “Normaal is het gewas tegen die tijd al hard achteruitgegaan, maar nu zag het er nog supergezond uit.”Bron: Seeds & Services Komkommer, Rijk Zwaan