Veel Nederlanders laten gezonde voeding staan
Een gezond voedingspatroon is van belang om overgewicht en chronische ziekten tegen te gaan. Veel voorkomende, aan voeding gerelateerde ziekten, zijn hart- en vaatziekten, verschillende vormen van kanker, overgewicht en ouderdomsdiabetes. Met de verkregen kennis van het huidige consumptiepatroon kan een gezondere voeding worden gestimuleerd. Dit kan via veranderingen in het voedselaanbod en het voedingsgedrag.
Uit het onderzoek, dat 5 oktober aan VWS is aangeboden, blijkt bijvoorbeeld dat van de kinderen (vanaf 7 jaar) slechts 1 tot 2 procent voldoende groente eet; bij volwassen is dat maximaal 14 procent. Ook de fruitconsumptie ligt ver onder de aanbevolen hoeveelheid: afhankelijk van de leeftijdsgroep 3 tot 26 procent. De aanbeveling om twee keer per week vis te eten wordt ook door verreweg de meeste Nederlanders niet gehaald. Verder voldoet 95 tot 99% van de bevolking (afhankelijk van leeftijdsgroep) aan de aanbeveling voor transvetzuren. Voor verzadigde vetzuren is dit slechts 8 tot 14%. Het onderzoek laat ook zien dat volwassenen meer dan kinderen/jongeren groenten, fruit en vis consumeren. Jongeren kiezen vaker voor melkproducten, suiker, snoep, koek en gebak dan volwassenen.
Uit de peiling onder ruim 3.800 mensen blijkt ook dat een deel van de bevolking minder vitamine A, B1, C en E, magnesium, kalium en zink binnen krijgt dan wordt aanbevolen. Onderzoek is nodig naar de effecten hiervan op de gezondheid. Verder wordt het advies aan specifieke leeftijdsgroepen voor hogere innames van foliumzuur (voor vrouwen die zwanger willen worden), vitamine D (voor senioren), ijzer (voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd) en calcium (voor adolescenten) lang niet altijd opgevolgd. Dit onderschrijft de adviezen van de Gezondheidsraad aan genoemde groepen om foliumzuur- en vitamine D-supplementen te slikken. Voor de lage inname van ijzer en calcium zijn de gezondheidsconsequenties onduidelijk. Hiernaar is meer onderzoek nodig.
Deze voedselconsumptiepeiling bevat meer gedetailleerde gegevens dan de vorige bevolkingsbrede peiling in 1997/1998. Doordat destijds een andere methodiek werd gebruikt dan bij de voedselconsumptiepeiling 2007-2010, is het niet goed mogelijk beide studies met elkaar te vergelijken. De actuele gegevens kunnen worden gebruikt als ondersteuning van beleid op het gebied van gezonde voeding en veilig voedsel om het voedingsmiddelenaanbod te verbeteren bij voedingsvoorlichting en binnen het voedingsonderzoek.