Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

'Derving telt veel zwaarder door in CO2-emissie dan transport van voedsel'

In het rapport 'Verduurzaming voedselproductie. Transportbewegingen van het Nederlandse voedsel' beschrijft Wageningen UR Food & Biobased Research welke transportbewegingen het Nederlandse voedsel maakt, de plaatsen van bestemming, de manieren van transport, de omvang en wijze van het transport van levende dieren en de milieudruk die het transport oplevert. Dat gebeurde op verzoek van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De impact van derving op de CO2 emissie is beduidend groter dan de transportbewegingen van het


Nederlandse voedsel

In 2009 bepaalde agrologistiek, uitgedrukt in tonnen, ruim 28% van het wegvervoer in, van en naar Nederland. In de rest van Europa bedraagt dat aandeel 20%. Ongeveer een derde van het totaal in Nederland verreden voedselkilometers is te herleiden naar de export van agrarische producten. Voor de exporthandel van groenten en fruit geldt dat er voor elke in Nederland gereden kilometer er 5 tot 6 kilometers buiten Nederland worden verreden. Nederland heeft daarmee de optie om met nieuwe logistieke concepten niet alleen in Nederland tot forse reducties te komen in vrachtwagenkilometers en CO2-uitstoot maar ook buiten Nederland.

Er zijn verschillende redenen voor de handelsstromen in agrarische producten. Het product wordt geproduceerd waar dat fysiek kan en wordt vervoerd naar regio’s die klimatologische niet of minder geschikt zijn voor de teelt van deze producten. Het product wordt bovendien geproduceerd waar dat het goedkoopste kan. Soms is er in een regio een beperkt teeltseizoen. Met name wanneer er de wens bestaat het jaar rond een compleet assortiment aan te kunnen bieden, moeten veel versproducten gedurende het jaar uit verschillende productiegebieden aangevoerd worden. Voor relatief laagwaardige producten zoals soja, plantaardige oliën en graan geldt dat de grond in Nederland te duur is om deze daar op grote schaal voor te gebruiken. Het is dan goedkoper om deze bijvoorbeeld via zeetransport over lange afstanden aan te voeren.

In de voedselketens gaat heel veel product verloren, met name bij de consument. De Nederlandse consument bijvoorbeeld gooit gemiddeld 8% van het door hem of haar gekochte voedsel weg. In de hele keten is dat 30% of meer. Mocht dat aandeel met de helft worden gereduceerd dan nemen daarmee ook het aantal voedsel gebonden kilometers aanzienlijk af. Omdat de agrologistiek slechts een zeer beperkt aandeel uitmaakt van de totale CO2 Footprint is de impact van derving reducties veel groter. Uit onderzoek van de Europese varkensketen bleek de bijdrage van transport binnen de totale CO2 equivalenten slechts 1,49% en binnen de keten van in Nederland geproduceerde en geconsumeerde tomaten ligt het aandeel maar op 0,98%.

Bron: Wageningen UR Food & Biobased Research
Publicatiedatum: