De rechtbank heeft vorig jaar al uitspraak gedaan in de zaak, maar dit nu pas bekend gemaakt. De wietkwekerij werd in de zomer van 2011 ontdekt in een kassencomplex in Roelofarendsveen. Er stonden bijna 6.000 planten en nog eens ruim 145.000 stekken in de kas. "In elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram", constateerde het Gerechtshof in Den Haag droogjes.
De verdachte heeft zich volgens het hof schuldig gemaakt aan beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt en was lid van een criminele organisatie die zich bezig hield met de hennepteelt en handel. Ook zijn broer was bij het project betrokken. Samen teelden ze ook in Bleiswijk cannabis. De broer wordt bovendien ook nog veroordeeld voor nog drie kwekerijen, in Bleiswijk en Driel.
Telkens was een deel van de kas in gebruik en bevond de hennep zich tussen andere bloemen en/of (groenten)planten en was de hennepkwekerij zeer groot in opzet en omvang. In Driel zijn ongeveer 11.340 hennepplanten aangetroffen en in Bleiswijk ongeveer 92.652 hennepstekken en 12.000 hennepplanten. Ook is in een watertank bij de kas in Bleiswijk in totaal 11 kilo aan henneptoppen aangetroffen.
"Het gebruik van hennep is voor de samenleving niet alleen uit het oogpunt van volksgezondheid bezwarend, maar ook vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit. De verdachte heeft zich hieraan kennelijk niets gelegen laten liggen en was slechts uit op eigen financieel gewin", vindt het hof. Bovendien had de man een aanzienlijke rol in het bedrijf; hij was vaak aanwezig en gaf leiding aan de organisatie.