In 2015 wordt de basissystematiek van de SDE+ gehandhaafd:
- één integraal budgetplafond
- gefaseerde openstelling
- de vrije categorie
- een maximum basisbedrag van € 0,15/kWh
Wijzigingen in 2015
De belangrijkste wijzigingen in de SDE+ 2015 zijn:- Voor wind op land komt er een differentiatie tussen windrijke en windarme gebieden. De subsidie wordt afhankelijk van de windsnelheid in het gebied waar de windmolens worden geplaatst. De generieke maximering op vollasturen vervalt. Hierdoor is er in de SDE+ 2015 geen onderscheid meer tussen windturbines groter dan of gelijk aan dan wel kleiner dan 6 MW. Er komt een overgangsregeling voor vergevorderde projecten.
- Een nieuwe categorie voor de vervanging van windturbines op land waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande infrastructuur en apparatuur.
- Er komt een nieuwe categorie voor wind op dijken.
- Eind 2015 komt er een aparte tender voor 700 MW wind op zee zoals afgesproken in het Energieakkoord. Het budget dat daarvoor beschikbaar is, wordt later bekend gemaakt.
- Het wordt mogelijk om SDE+ subsidie aan te vragen voor meestook van biomassa in kolencentrales. De gebruikte biomassa moet voldoen aan duurzaamheidscriteria.
- Drie extra fases van € 0,10, € 0,12 en € 0,14 per kWh, naast de reeds bestaande zes fases. Dat geeft de projecten de gelegenheid om de stap naar een lager basisbedrag te maken.
- De mogelijkheden voor banking worden uitgebreid. Vanaf 2015 geldt banking ook voor nieuwe wind projecten. De windfactor wordt hierbij vervangen door banking. De windfactor blijft wel van toepassing op bestaande wind projecten en projecten in de overgangsregeling voor wind op land. Banking is ook niet van toepassing op meestook van biomassa in kolencentrales.
- In 2015 is het mogelijk om een MEP-beschikking voor hernieuwbare elektriciteit uit thermische conversie van biomassa in te wisselen voor een SDE+ beschikking voor gecombineerde opwekking van elektriciteit en warmte.
bron: RVO