Meerderheid sector voor invoering Energiebesparingssysteem Glastuinbouw

Ondernemers uit de glastuinbouwsector ondersteunen het initiatief van LTO Glaskracht Nederland om het Energiebesparingssysteem Glastuinbouw (EBG) in te voeren. Dit blijkt uit de ledenpeiling, die LTO Glaskracht Nederland onlangs hield onder de glastuinbouwleden van LTO Noord Glaskracht, ZLTO en LLTB. 86% van de respondenten gaf aan dat zij voor invoering van dit systeem zijn om op deze manier maximale inspanning te leveren tot minder gasverbruik. Zowel glasgroente- als sierteeltondernemers ondersteunen dit voorstel.

De komende periode wordt onderzocht of het mogelijk is het Energiebesparings-systeem algemeen bindend te verklaren. Dat betekent ook dat er mogelijk weer een verplichte heffing voor alle telers komt.

Met het EBG worden individuele gasverbruiksnormen vastgesteld voor glastuin-bouwbedrijven waarop een jaarlijkse besparing van 2% wordt toegepast. Als deze norm niet wordt behaald, dan vindt een verrekening plaats. Deze verrekening is een prikkel om op het verbruik van aardgas te besparen.

Voor de komende tien jaar heeft de glastuinbouw instemming van Europa voor een verlaagde energiebelasting, met een totale waarde van 1,1 miljard euro. Desondanks is behoud van dit lage tarief geen zekerheid. Het verlaagde tarief bespaart een individueel bedrijf jaarlijks tienduizenden euro's. Om veranderingen in het tarief te voorkomen heeft LTO Glaskracht Nederland het initiatief genomen voor het EBG.

De totale inzet op energiebesparing en duurzame energie, waar ook het programma Kas als Energiebron toe behoort, draagt daarnaast bij aan de vermindering van de afhankelijkheid van aardgas en versterking van het sectorimago. De opbrengst van het EBG wordt besteed aan de stimulering van energiebesparing en duurzame energie in het programma Kas als Energiebron.

De komende tijd voert LTO Glaskracht Nederland verder overleg met betrokken organisaties in de glastuinbouwketen over samenwerking bij de uitvoering en de start van het EBG. Voordat het EBG van start gaat, wordt een uitvoeringsorganisatie opgericht en een Algemeen Verbindend Verklaring aangevraagd bij de Minister van Economische Zaken.