Consument kent tuinbouw niet
De tuinbouw scoort wel relatief goed vergeleken met andere sectoren. Er is vertrouwen in de (voedsel)veiligheid van producten en de consument zegt voorkeur te hebben voor Nederlands product. Kwaliteit, gezondheid, betaalbaarheid en smaak zijn waarden die te binnen schieten bij de tuinbouw. Maar de reputatie is niet duidelijk positief. De bijdrage aan de Nederlandse economie en maatschappij is amper bekend, terwijl de concrete voordelen (het nut) nauwelijks worden gezien.
Het onderzoeksresultaat bevestigt wat in de sector al vaker klinkt: "We zijn het best bewaarde geheim van Nederland". Bij het Westland Event, medio oktober, klonk het statement "Het is een sector om trots op te zijn. Dat moet niet alleen binnen de sector worden verteld, maar ook daarbuiten!". En dat gebeurt volgens de respondenten van het LEI-onderzoek te weinig: ze zien de tuinbouw amper in de media. Die media zijn ook nog eens het minst positief over de tuinbouw, net als maatschappelijke organisaties. Denken 'consumenten'. De directe omgeving en de overheid zijn volgens hen positiever over de sector. Naar hun oordeel laat de tuinbouw zich vooral door economische belangen en wet- en regelgeving sturen. Maatschappelijke organisaties hebben de minste invloed, denken consumenten.
De mening van maatschappelijke organisaties en buurtgenoten ('de sociale omgeving') blijkt een factor te zijn die meeweegt bij de maatschappelijke waardering. Consumenten vinden openheid van de sector naar (deze) belanghebbenden belangrijk, net als oprechtheid. Andere factoren die volgens het LEI-onderzoek bijdragen aan waardering zijn de mate van vertrouwen in de (voedsel)veiligheid van de producten en de economische en maatschappelijke reputatie. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de topsector Agro & Food.
Bron: Glastuinbouw PR.