Meer budget SDE+ maar zwaardere aanvraagprocedure
Met de op 31 oktober 2013 door het ministerie van Economische Zaken aan de Tweede Kamer verzonden Beleidsbrief SDE+ 2014 informeert de minister de Kamer over de openstelling van de SDE+ regeling op 1 april 2014. De SDE+ is één van de instrumenten die worden ingezet om de doelstellingen van het Energieakkoord te realiseren
Hoger budget lastiger aan te spreken dan voorheen
In totaal stelt Minister Kamp voor de aanvraagperiode 2014 een budget van 3,5 miljard euro beschikbaar (was 3 miljard euro voor de aanvraagperiode 2013). Kostenefficiënte projecten komen eerder voor subsidie in aanmerking. Belangrijkste aanscherping is dat de beoordeling van aanvragen met ingang van 2014 strenger zal zijn dan voorgaande jaren. Voortaan is bij het indienen van een aanvraag de oplevering van een haalbaarheidsstudie een vereiste. Zo zal bij indiening van een aanvraag onder andere aanvullend een exploitatieberekening, een onderbouwing van het eigen vermogen en onderbouwing van de financiering aangeleverd moeten worden.
SDE+ en EIA gaan niet meer samen
Andere belangrijke wijzigingen voor 2014 ten opzichte van de SDE+ regeling 2013 zijn:
Het is vanaf 2014 niet meer mogelijk om SDE+ en EIA voor hetzelfde project aan te vragen. Voor installaties met een beschikking uit 2013 of eerder wordt een overgangsregeling getroffen;
Biomassainstallaties die eerder subsidie hebben gekregen uit de MEP of OV-MEP kunnen in plaats van 1,5 jaar al 3 jaar voor het aflopen van deze subsidie een SDE+-aanvraag indienen;
Voor het indienen van een aanvraag zijn naast de haalbaarheidsstudie nog aanvullende formele vereisten verplicht, waaronder toestemming van de eigenaar van de locatie voor de realisatie van de installatie.
In overeenstemming met het Energieakkoord zal EZ in 2014 ook onderzoeken hoe de SDE+ regeling in 2015 gereed kan worden gemaakt voor zaken als de uitrol van 'wind op zee' en stimulering van bij- en meestook van biomassa in kolencentrales. Hierover wordt in 2014 meer bekend. In januari 2014 zal de feitelijke publicatie van de regeling plaats vinden.
Bron: Joep Raats, PNO Consultants