Toekomst voor Greenport-ondernemers centraal op Agro Businessclub
In een korte inleiding gaf Mart Valstar aan dat het belangrijk is dat een club als de Businessclub bestaat. "Er is in de loop der jaren veel veranderd en er zal nog meer gaan veranderen. De grote collectieve coöperaties verdwijnen en er zijn overblijvers, die gelukkig wel geld verdienen. Dan is het nog belangrijk om af en toe uit je eigen bedrijf te stappen en te kijken wat er zoal in de sector beweegt. Volgens mij zou de Agro Businessclub Westland daarom best tot 80-100 leden kunnen groeien."
De eerste spreker was de Westlandse wethouder en oud-tuinder Theo Duijvestijn. Hij ging in op de kracht van het Westland met 4.800 ha glastuinbouwgebied, inclusief 2.448 ha teeltareaal van 840 glastuinbouwbedrijven en 600 ha bedrijventerreinen, waarvan er circa 80% agro-gerelateerd zijn. Als kritische succesfactoren noemde hij onder meer het behoud van voldoende duurzaam glas en het samenhang van het glastuinbouwcluster, het verbeteren van de infrastructuur en het aantrekken van voldoende beschikbare medewerkers op alle niveaus. Ook hield hij een betoog voor de Greenport Horti Campus om de koploperspositie en internationale concurrentiepositie te handhaven.
De spreker riep de aanwezigen op om meer horizontaal en verticaal samen te werken in de keten, bijvoorbeeld met sectoren als life science, het havenbedrijf, de creatieve industrie en de chemie. "Ook reden we het niet alleen met de Poolse medewerkers. Bedrijven zullen in hun personeel moeten investeren." De rol van de gemeente zag Theo vooral door niet in de weg te lopen, maar randvoorwaarden te creëren, te zorgen voor vlotte procedures en geactualiseerde bestemmingsplannen, door partijen bij elkaar te brengen en te lobbyen bij de provincie, het Rijk en Europa. "Zo heeft burgemeester van der Tak onlangs weer een handelsmissie naar Japan geleid. Wij moeten deuren openen in landen waar alleen de overheid die deuren kan openen."
Tenslotte riep hij op om uit te gaan van de eigen kracht. "De kansen liggen in Nederland, maar vooral in het buitenland. Wereldwijd zijn er tal van Delta's en met de groeiende wereldbevolking en toenemende verstedelijking zal er veel kennis van tuinbouw nodig zijn om clusterprojecten neer te zetten."
De tweede spreker was voormalig FloraHolland-directeur Jacques Teelen, die nu voorzitter is van het lobbyorgaan Greenport Westland-Oostland. Hij lichtte de visie van de club toe op de Greenports in Nederland. Als sterke punten noemde hij de veredeling en productie, toeleveringsindustrie, handel/logistiek en ondernemerschap en innovatie. Zwakke punten zijn volgens Jacques het vraaggestuurd produceren, het kostenniveau, de flexibiliteit en internationalisering.
Volgens Jacques is er vanaf de overheden veel interesse in de Greenports. "Men vraagt ons wat we nodig hebben. Daar moeten we met de ondernemers een concreet antwoord op geven. Hierbij staan in de Visie van de Greenport zaken als kenniscentrum, ondernemerschap, logistiek en duurzaamheid het hoogst op de agenda. "Het vernieuwen om een duurzame glastuinbouw te behouden is daarbij van groot belang. Als je niet vernieuwd, krijg je de maatschappij en politiek tegen je."
Ook de volgende generatie kwam aan het woord. De inmiddels afgestudeerde studenten Tim en Sebastiaan Breugem, Wim Scheffers, Esther Sonneveld en Reinier Voskamp hadden toekomstscenario's opgemaakt voor de Stip aan de Horizon van de tuinbouwsector wanneer zij zelf 30-40 jaar zijn. Ze gaven de ondernemers de volgende visie mee. "Wees ervan bewust dat 'het verandert en blijft veranderen'. De wereld heeft invloed op de tuinbouw en niet andersom." De studenten gaven aan niet meer te geloven in het oude collectief met de kennisdeling en gaven de ondernemers het volgende advies: "Wees sterk in kostprijs of onderscheidend vermogen, ertussen is geen optie! Wees groot of werk samen, bijvoorbeeld in gesloten ketens om dit te bereiken."
Tomatenteler en studentenbegeleider Ted Duijvestijn besloot het formele gedeelte als volgt. "Wij hebben het over crisis, maar deze studenten kennen geen crisis, want ze zijn in deze tijd opgegroeid. We moeten toe van gesloten innovaties naar open innovaties en van een negatieve naar een positieve gedragscode. We moeten niet prijsgestuurd kopen, maar duurzaam gestuurd. Daarbij moeten we het aandurven om de jonge generatie te laten ondernemen. Zij maken het verschil."
Ted vertelde een paar weken in Ontario (Canada) te zijn geweest, bij zijn zoon die daar stage liep. "Daar zie je in de glastuinbouw dezelfde trends als hier met lagere prijzen, een toenemende schaalgrootte en bedrijven die dicht op de markt zitten, die het beter doen. Ook zie je de verduurzaming toenemen. Opvallend vond ik om te horen dat juist de Hollandse telers in Canada het verschil maakten, door restwarmte te benutten van een nabijgelegen ethanolfabriek. We zijn ons niet altijd bewust van onze power."
Klik hier voor een fotoreportage van de bijeenkomst en het aansluitende buffet