Nederlander leidt kassenbouwbedrijf Nieuw-Zeeland

Hij had het geluk dat er al wat familie ‘over’ was. Lieuwe Faber was 20 jaar, had genoeg van het Nederlandse weer en zij vroegen: waarom kom je niet naar Nieuw-Zeeland? Het was 1975 en er was werk genoeg voor timmerlieden. "De enige vraag die ze stelden was: laat je gereedschap maar zien. Dat zag er goed uit en ik kon gelijk aan de slag."

Nieuw-Zeeland beviel goed en Faber wist na een kortstondige terugkeer naar Nederland dat het zijn land was. Hij werkte enkele jaren in de huizenbouw, totdat een kassenbouwer zijn hulp vroeg. De constructie was van hout. "Daar heb ik een jaar gewerkt en toen dacht ik: dat kan ik beter." Faber Glasshouses was geboren. Inmiddels maakt hij al dertig jaar stalen en aluminium kassen, even ten zuiden van Oakland. Kassen zijn ook in het Nieuw-Zeelandse klimaat nodig voor de teelt van tomaten, paprika’s en komkommers. "De temperatuur kan erg op en neer gaan. Die telers verbruiken evenveel energie als Nederlandse telers."

Hij vond er een vrouw, kreeg drie kinderen en bouwde een goedlopend bedrijf op. Faber Glasshouses heeft twaalf man in dienst en verder zo’n twintig oproepkrachten. Hij verkoopt nu ook aan Australische telers. Een keer per jaar komt hij terug naar Nederland, naar de Noordoostpolder waar hij getogen is. Voor zijn familie, maar ook om de laatste ontwikkelingen op kasgebied in de gaten te houden. "Nederland is daar nog steeds leidend in. De Kas van de Toekomst, de Drijvende Kas, dat zijn belangrijke innovaties. En de overheid heeft een sterke ondersteunende rol. Daarin staat Nederland in hoog aanzien."

Hij is 55, de tijd om te stoppen komt langzaam aan in zicht. Zijn oudste zoon van 25 wil het bedrijf overnemen.

Bron: Buitenlandse Markten